Strengere regels voor zorg-zzp’ers vanaf 2024: wat betekent dit voor jou?
Werk jij als zzp’er in de zorg? Dan kan de manier waarop jij je werk doet de komende tijd flink veranderen. Op vrijdag 6 oktober 2023 heeft minister Van Gennip van Sociale Zaken een nieuw wetsvoorstel gepresenteerd: de wet ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’. Het doel van de nieuwe wet is om duidelijker onderscheid te maken tussen zzp'ers en werknemers in loondienst. Zo wil het kabinet schijnzelfstandigheid tegengaan. Hoewel de wet naar verwachting pas in 2025 van kracht wordt en de vorm en inhoud nog niet definitief zijn, gaan er vanaf 2024 al een aantal zaken veranderen.
In deze blog leggen we je uit wat de nieuwe wet inhoudt en welke veranderingen je kunt verwachten. Ook vertellen we je wat schijnzelfstandigheid is, hoe je kunt beoordelen of jij als zzp’er ook risico loopt en wat je hieraan kunt doen. Lees vooral mee!
Nieuwe plannen: het Fiscaal kader ZZP zorg
Nog voor dit nieuwe wetsvoorstel werd aangekondigd, lagen er al andere plannen op de plank: het Fiscaal kader zzp zorg, met regels voor zzp'ers en opdrachtgevers in de zorgsector. Dit wordt vanaf 1 juli 2024 ingevoerd. De exacte nieuwe regels zijn nog niet bekend, maar er zijn al enkele mogelijke wijzigingen uitgelekt. Zo mag je als zzp’er in de zorg in 2024 maximaal zeven maanden aan dezelfde opdracht werken en maximaal 28 uur per week voor dezelfde opdrachtgever. Ook wordt je tarief als zzp’er vanaf 1 juli gekoppeld aan de cao-lonen, en mag je niet meer dan 70% van je inkomen bij dezelfde opdrachtgever verdienen. Binnen de zorg zijn sommige instellingen al bezig met het aanscherpen van hun beleid rond de inzet van zzp'ers.
De wetswijziging: wat verandert er?
Strengere voorwaarden tegen schijnzelfstandigheid
Boven op deze veranderingen komt nu dus het nieuwe wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’. Dit wetsvoorstel maakt het gemakkelijker om zzp’ers als schijnzelfstandige aan te merken. Van schijnzelfstandigheid is sprake van wanneer je officieel werkt als zzp'er, maar de vorm waarin jij je werk doet (bijna) hetzelfde is wanneer je in loondienst zou zijn. In zo’n geval zou je de rechten en bescherming moeten krijgen die bij een arbeidsovereenkomst horen.
Of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, wordt in de huidige situatie beoordeeld aan de hand van drie voorwaarden:
- De werknemer verricht arbeid.
- De werknemer krijgt een beloning voor deze arbeid.
- Er is een gezagsverhouding tussen werkgever en werknemer.
Wanneer je jezelf zzp’er beschouwt, maar in de praktijk aan bovenstaande voorwaarden voldoet, ben je dus schijnzelfstandige. Met de nieuwe wet komen er naast deze huidige drie voorwaarden twee nieuwe voorwaarden bij:
- Inbedding: doe je werk dat structureel gedaan wordt in de organisatie? En doe je hetzelfde werk als werknemers die bij de organisatie in loondienst zijn?
- Aansturing: hoe word je aangestuurd? Heb je de vrijheid om zelf te bepalen hoe je je werk doet, of bepaalt je leidinggevende dit?
Als jij als zzp'er sterk verbonden bent met de organisatie van je werkgever en inhoudelijk wordt aangestuurd, word je straks als schijnzelfstandige beschouwd. In dat geval mag je niet meer op opdrachtbasis werken, maar moet je een arbeidsovereenkomst aangaan met je werkgever.
Is slechts een van de twee nieuwe voorwaarden van toepassing op jouw situatie? Dan wordt op basis van andere factoren gekeken in hoeverre je zelfstandig ondernemer bent. Afhankelijk van de uitkomst moet je een arbeidsovereenkomst aangaan of mag je blijven ondernemen.
Meer bescherming bij een laag tarief
De wet introduceert ook een nieuw rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst bij een uurloon van €32,24 of minder. Wanneer jij als zzp’er voor zo'n tarief werkt en vindt dat je behandeld wordt als een werknemer in loondienst, bijvoorbeeld omdat je elke maand dezelfde diensten werkt of een vast aantal uren, dan moet je werkgever bewijzen dat niet aan de voorwaarden voor een arbeidsovereenkomst wordt voldaan. Deze regeling is bedoeld om zzp’ers die voor een laag tarief werken te beschermen.